Vertaling van hum

Inhoud:

Engels
Nederlands
to buzz, to hum, to zoom, to whir {ww.}
zoemen
suizen
tuiten
suizelen
snorren
razen
gonzen
brommen

I hum
you hum
we hum

ik zoem
jij zoemt
wij zoemen
» meer vervoegingen van zoemen

to hum {ww.}
neuriën

I hum
you hum
we hum

ik neurie
jij neuriet
wij neuriën
» meer vervoegingen van neuriën

hum, humming {zn.}
gezoem [o] (het ~)
busyness, hum {zn.}
activiteit [v] (de ~)
bedrijvigheid [v] (de ~)
drukte [v] (de ~)


Gerelateerd aan hum

buzz - zoom - whir - humming - busynesssing - sound - activity