Vertaling van party

Inhoud:

Engels
Nederlands
celebration, festival, party, feast, feastday, festivity, fiesta {zn.}
feest  [o]
partij [v]
fuif [v]
festiviteit [v]
We're having a party next Saturday.
We hebben een feest volgende zaterdag.
The party ended at nine.
Het feest eindigde om negen uur.
participant, party, sharer {zn.}
deelnemer [m]
deelgenoot [m]
adherents, disciples, followers, following, party, retinue {zn.}
gevolg 
aanhang [m]
adherents, disciples, following, party, supporters, circle, number {zn.}
leden 
aanhang [m]
evening, party {zn.}
avondje [o]
faction, party, side, camp, game, match, round {zn.}
partij [v]
stem 
kamp
I am no match for him.
Ik ben geen partij voor hem.
"Noobs?" Dima asked, a slight hint of anger in his voice. "This isn't a video game, Al-Sayib! This is real life!"
"Noobs?" vroeg Dima met enige boosheid in zijn stem. "Dit is geen videospelletje, Al-Sayib! Dit is het echte leven!"


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Let's party.

Laten we feesten.

The party ended at nine.

Het feest eindigde om negen uur.

The party was really fun.

Het feestje was echt leuk.

She was present at the party.

Ze was aanwezig op het feestje.

She was invited to a party.

Ze was uitgenodigd voor een feestje.

At the party, everybody was well-dressed.

Op het feest, was iedereen goed gekleed.

They gave a big party for me.

Ze gaven een groot feest voor mij.

The party was a lot of fun.

Het feestje was echt leuk.

I couldn't come to the birthday party.

Ik kon niet naar het verjaardagsfeestje komen.

How many people came to your party?

Hoeveel mensen kwamen er naar je feestje?

They enjoyed themselves at the party.

Ze hadden het naar hun zin op het feest.

I invited them to the party.

Ik heb hen uitgenodigd voor het feest.

I enjoyed myself at the party yesterday.

Ik heb mijzelf vermaakt op het feest gisteren.

Why didn't he come to the party?

Waarom kwam hij niet naar het feestje?

Enjoy yourself at the party, John.

Veel plezier op het feestje, John.