Vertaling van solicitor

Inhoud:

Engels
Nederlands
solicitor {zn.}
procureur
advocate, barrister, counsel, solicitor, attorney, lawyer {zn.}
advocaat  [m]
zaakbezorger [m]
voorspreker [m]
verdediger [m]
pleitbezorger [m]
The lawyer was expecting Ben.
De advocaat verwachtte Ben.
Tom is a successful lawyer.
Tom is een succesvol advocaat.
notary, solicitor {zn.}
notaris 
The final settlement takes place at the notary.
De definitieve afrekening vindt plaats bij de notaris.


Gerelateerd aan solicitor

advocate - barrister - counsel - attorney - lawyer - notary