Vertaling van to depart

Inhoud:

Engels
Nederlands
to depart, to leave, to set out {ww.}
op reis gaan
afreizen 

I depart
you depart
we depart

ik reis af
jij reist af
wij reizen af
» meer vervoegingen van afreizen

to depart, to leave, to sail, to start {ww.}
afvaren

I depart
you depart
we depart

ik vaar af
jij vaart af
wij varen af
» meer vervoegingen van afvaren

to depart, to leave, to set out {ww.}
op reis gaan
afreizen 

I depart
you depart
we depart

ik reis af
jij reist af
wij reizen af
» meer vervoegingen van afreizen

to absent onself, to depart, to go away, to leave, to absent onself from {ww.}
vertrekken
weggaan 
zich verwijderen
afgaan 

I depart
you depart
we depart

ik vertrek
jij vertrekt
wij vertrekken
» meer vervoegingen van vertrekken

Let's leave.
Laten we weggaan.
I want to leave.
Ik wil weggaan.
to depart, to part, to set forth, to set off, to set out, to start, to start out, to take off {ww.}
afreizen

I depart
you depart
we depart

ik reis af
jij reist af
wij reizen af
» meer vervoegingen van afreizen

to depart, to deviate, to diverge, to vary {ww.}
afwijken

I depart
you depart
we depart

ik wijk af
jij wijkt af
wij wijken af
» meer vervoegingen van afwijken

to depart, to part, to set forth, to set off, to set out, to start, to start out, to take off {ww.}
aftrekken

I depart
you depart
we depart

ik trek af
jij trekt af
wij trekken af
» meer vervoegingen van aftrekken


Gerelateerd aan to depart

depart - leave - set out - sail - start - absent onself - go away - absent onself from - part - set forth - set off - start out - take off - deviate - divergego away - differ - journey