Vertaling van to practise
I practise
you practise
we practise
ik oefen
jij oefent
wij oefenen
			 					» meer vervoegingen van oefenen
		 					
betrachten
in de praktijk brengen
beoefenen
I practise
you practise
we practise
ik oefen uit
jij oefent uit
wij oefenen uit
			 					» meer vervoegingen van uitoefenen
		 					
I practise
you practise
we practise
ik oefen
jij oefent
wij oefenen
			 					» meer vervoegingen van oefenen
		 					
drijven
uitoefenen
I practise
you practise
we practise
ik praktizeer
jij praktizeert
wij praktizeren
			 					» meer vervoegingen van praktizeren
		 					
I practise
you practise
we practise
ik zwem droog
jij zwemt droog
wij zwemmen droog
			 					» meer vervoegingen van droogzwemmen
		 					
I practise
you practise
we practise
ik studeer in
jij studeert in
wij studeren in
			 					» meer vervoegingen van instuderen
		 					
I practise
you practise
we practise
ik praktizeer
jij praktizeert
wij praktizeren
			 					» meer vervoegingen van praktizeren
		 					
I practise
you practise
we practise
ik beoefen
jij beoefent
wij beoefenen
			 					» meer vervoegingen van beoefenen
		 					
I practise
you practise
we practise
ik repeteer
jij repeteert
wij repeteren
			 					» meer vervoegingen van repeteren