Vertaling van trailer

Inhoud:

Engels

Nederlands

trailer {zn.}

bijwagen [m]

trailer {zn.}

aanhangwagen [m]

trailer {zn.}

bagagewagen

trailer {zn.}

aanhangwagen [m] (de ~)
aanhanger [m] (de ~)

trailer {zn.}

bijwagen [m] (de ~)

trailer {zn.}

bakkie [o] (het ~)

trailer {zn.}

achterligger [m] (de ~)

dawdler, drone, laggard, lagger, poke, trailer {zn.}

lijs
sloompie
slaapmuts [m] (de ~)

preview, prevue, trailer {zn.}

voorpremière

preview, prevue, trailer {zn.}

vooruitblik
voorbeschouwing [v] (de ~)

dawdler, drone, laggard, lagger, poke, trailer {zn.}

treuzel
teut [m] (de ~)
plantrekker
lijntrekker [m] (de ~)
dreutel
treuzelaar [m] (de ~)

house trailer, trailer {zn.}

trailer [m] (de ~)

gypsy wagon, house trailer, trailer {zn.}

pipowagen
salonwagen
woonwagen [m] (de ~)

house trailer, trailer {zn.}

toercaravan

house trailer, trailer {zn.}

stacaravan