Vertaling van triumph

Inhoud:

Engels
Nederlands
to triumph, to prevail {ww.}
zegepralen
zegevieren
triomferen

I triumph
you triumph
we triumph

ik zegepraal
jij zegepraalt
wij zegepralen
» meer vervoegingen van zegepralen

triumph {zn.}
triomf
zege
zegepraal
triumph, victory {zn.}
triomf [m] (de ~)
zege [m] (de ~)
zegepraal
victorie [v] (de ~)
triumph, victory {zn.}
eindoverwinning
eindzege
triumph, victory {zn.}
overwinning [v] (de ~)
winst [v] (de ~)
This is your victory.
Dit is jouw overwinning.
We're confident of our victory.
We hebben vertrouwen in onze overwinning.
triumph, victory {zn.}
zegetocht
triomftocht [m] (de ~)
triumph, victory {zn.}
triomf [m] (de ~)
to prevail, to triumph {ww.}
triomferen
zegepralen
zegevieren

I triumph
you triumph
we triumph

ik triomfeer
jij triomfeert
wij triomferen
» meer vervoegingen van triomferen

to exuberate, to exult, to jubilate, to rejoice, to triumph {ww.}
jubelen
juichen

I triumph
you triumph
we triumph

ik jubel
jij jubelt
wij jubelen
» meer vervoegingen van jubelen



Gerelateerd aan triumph

prevail - victory - exuberate - exult - jubilate - rejoicetriumph - accomplishment - entering - win - call