Vertaling van Asia

Inhoud:

Spaans
Nederlands
Asia [v] {eigenn.}
Azië [o]
asir, coger, agarrar, apoderarse de {ww.}
vastgrijpen
grijpen
aangrijpen 
bemachtigen 
agarrar, asir, coger {ww.}
pakken
beetpakken 
beetnemen 
coger, tomar, asir {ww.}
nemen 
pakken
vatten 
oprapen
aanvatten
Tienes que coger el autobús número 5.
Jullie moeten bus 5 nemen.
¿Dónde puedo tomar el autobús número 7?
Waar kan ik bus nummer 7 pakken?


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Tailandia está en Asia.

Thailand ligt in Azië.

Hay mucha gente en Asia.

Er zijn veel mensen in Azië.

La población de Europa es menor que la de Asia.

Europa heeft minder inwoners dan Azië.

Las personas que usan tenedores mayormente son de Europa, América del Norte y Sur; los que usan palillos son del este de Asia y los que usan sus dedos son de África, Medio Oriente, Indonesia e India.

Mensen die met een vork eten, wonen voornamelijk in Europa, Noord-Amerika en Latijns Amerika; mensen die met stokjes eten, wonen in Oost-Azië, en mensen die met hun vingers eten wonen in Afrika, het Nabije Oosten, Indonesië en India.


Gerelateerd aan Asia

asir - coger - agarrar - apoderarse de - tomar