Vertaling van cena

Inhoud:

Spaans
Nederlands
cena [v] (la ~) {zn.}
avondeten  [o]
avondmaal  [o]
La cena está preparada.
Het avondeten is klaar.
La cena está preparada.
Het avondeten is klaar.
cena [v] (la ~) {zn.}
souper
cena [v] (la ~), comida [v] (la ~) {zn.}
lunch
middagmaal [o]
noenmaal [o]
middageten  [o]
cenar {ww.}
souperen
het avondmaal gebruiken

él/ella cena

hij/zij/het soupeert
» meer vervoegingen van souperen

cenar {ww.}
dineren

él/ella cena

hij/zij/het dineert
» meer vervoegingen van dineren

Aquí es donde suelen cenar.
Hier is waar ze meestal dineren.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

La cena está preparada.

Het avondeten is klaar.

La cena está preparada.

Het avondeten is klaar.

Déjame pagar por la cena.

Laat mij voor het eten betalen.

La cena está casi lista.

Het avondeten is bijna klaar.

La cena está casi lista.

Het avondeten is bijna klaar.

Perdón si no cociné bien la cena.

Neem me niet kwalijk als ik het avondeten niet goed gekookt heb.

Mi madre está ocupada cocinando la cena.

Mijn moeder is bezig het avondeten te koken.

No estoy dispuesto a cocinar cena para veinte personas.

Ik ben niet van plan om voor twintig man te koken.

Yo lavé los platos después de la cena.

Na het avondeten deed ik de afwas.


Gerelateerd aan cena

comida - cenar