Vertaling van usado

Inhoud:

Spaans
Nederlands
usado {bn.}
afgewerkt
gebruikt
gastado, usado {bn.}
op 
versleten
disponer, usar {ww.}
disponeren
beschikken over

yo he usado
has usado
él/ella ha usado

ik heb gedisponeerd
jij hebt gedisponeerd
hij/zij/het heeft gedisponeerd
» meer vervoegingen van disponeren

hacer uso de, usar, emplear {ww.}
gebruiken 
benutten 
aanwenden 

yo he usado
has usado
él/ella ha usado

ik heb gebruikt
jij hebt gebruikt
hij/zij/het heeft gebruikt
» meer vervoegingen van gebruiken

¿Puedo usar esto?
Mag ik dit gebruiken?
¿Puedo usar este lápiz?
Mag ik dit potlood gebruiken?


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

El inglés es usado por muchas personas.

Het Engels wordt door veel mensen gebruikt.

Este verbo es normalmente usado solo con la tercera persona.

Dit werkwoord wordt gewoonlijk alleen gebruikt in de derde persoon.

Aparentemente, el cajero automático más usado en los Países Bajos está en esta ciudad.

Kennelijk is de meest gebruikte pinautomaat van Nederland in deze stad.


Gerelateerd aan usado

gastado - disponer - usar - hacer uso de - emplear