Vertaling van contenu

Inhoud:

Frans

Nederlands

contenu [m] (le ~) {zn.}

inhoud

contenir, renfermer {ww.}

bevatten
inhouden
behelzen

j'ai contenu
tu as contenu
il/elle a contenu

ik heb bevat
jij hebt bevat
hij/zij/het heeft bevat
» meer vervoegingen van bevatten

contenir, renfermer {ww.}

houden
vervatten
inhouden
bevatten

j'ai contenu
tu as contenu
il/elle a contenu

ik heb gehouden
jij hebt gehouden
hij/zij/het heeft gehouden
» meer vervoegingen van houden

Cette boîte est trop petite pour tout contenir.

Die doos is te klein om al deze dingen te houden.

retenir, contenir, réprimer {ww.}

terughouden
bedwingen
in bedwang houden
onderdrukken

j'ai contenu
tu as contenu
il/elle a contenu

ik heb teruggehouden
jij hebt teruggehouden
hij/zij/het heeft teruggehouden
» meer vervoegingen van terughouden