Vertaling van couche

Inhoud:

Frans
Nederlands
couche [v] (la ~), feuille de placage [v] (la ~), gisement [m] (le ~) {zn.}
pak [o]
laag 
coucher {ww.}
naar bed brengen 
in bed stoppen
coucher {ww.}
neerleggen 
vlijen
leggen 

je couche
il/elle couche

ik leg neer
hij/zij/het legt neer
» meer vervoegingen van neerleggen

baiser, coucher [o], forniquer {ww.}
wippen
vozen
naaien 
neuken 
copuleren

je couche
il/elle couche

ik wip
hij/zij/het wipt
» meer vervoegingen van wippen

couché {bn.}
liggend
platliggend

Gerelateerd aan couche

feuille de placage - gisement - coucher - baiser - forniquer - couché