Vertaling van dégage

Inhoud:

Frans
Nederlands
dégager, lâcher, répandre {ww.}
weglaten
vieren 
uitlaten
tappen
lossen
loslaten

je dégage
il/elle dégage

ik laat weg
hij/zij/het laat weg
» meer vervoegingen van weglaten

dégager {ww.}
opduikelen
te voorschijn halen
laten verschijnen

je dégage
il/elle dégage

ik duikel op
hij/zij/het duikelt op
» meer vervoegingen van opduikelen

distinguer, dégager, identifier, reconnaître {ww.}
onderscheiden
onderscheid maken tussen
onderkennen

je dégage
il/elle dégage

ik onderscheid
hij/zij/het onderscheidt
» meer vervoegingen van onderscheiden

Peux-tu la distinguer de sa sœur ?
Kunt ge haar onderscheiden van haar zus?
Vous devez éduquer votre langue pour distinguer le bon café du mauvais
Je moet je tong leren om goede koffie van slechte te onderscheiden.
dégager {ww.}
uitstromen
overvloeien

je dégage
il/elle dégage

ik vloei over
hij/zij/het vloeit over
» meer vervoegingen van overvloeien

dégager {ww.}
vrijmaken

je dégage
il/elle dégage

ik maak vrij
hij/zij/het maakt vrij
» meer vervoegingen van vrijmaken

dégager, acquitter {ww.}
vereffenen
verrekenen
kwijtschelden

je dégage
il/elle dégage

ik vereffen
hij/zij/het vereffent
» meer vervoegingen van vereffenen

dégager {ww.}
weglopen
wegvloeien
afvloeien

je dégage
il/elle dégage

ik loop weg
hij/zij/het loopt weg
» meer vervoegingen van weglopen



Gerelateerd aan dégage

dégager - lâcher - répandre - distinguer - identifier - reconnaître - acquitter