Vertaling van jou

Inhoud:

Nederlands
Deens
u, je, jij, ge, gij, jullie, gijlieden, gijlui, gelui, jelui, jou {pers. vnw.}
De
du
I


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Deens

Ik hou van jou!

Jeg elsker dig!

Zonder jou ben ik niets.

Uden dig er jeg intet.

En met jou, hoe gaat het met jou?

Og du, hvordan har du det?

Ken heeft meer boeken dan jou.

Ken har flere bøger end dig.

Verwacht niet dat anderen voor jou denken.

Forvent ikke at andre tænker for dig!

Zonder jou kan ik niet leven.

Jeg kan ikke leve uden dig.


Gerelateerd aan jou

u - je - jij - ge - gij - jullie - gijlieden - gijlui - gelui - jelui