Vertaling van laten
Inhoud:
Nederlands
Deens
laten, laten begaan, laten schieten, loslaten, toelaten {ww.}
løslade
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Deens
Laten we beginnen.
Lad os gå i gang.
Laten we TV kijken.
Lad os se fjernsyn.
Ik heb mijn fiets laten repareren.
Jeg fik min cykel repareret.
Laten we met de bus gaan.
Lad os tage bussen.
Laten we op de bank zitten.
Lad os sætte os på bænken.
Laten we naar het meer rijden.
Lad os køre hen til søen!