Vertaling van treffen

Inhoud:

Nederlands
Deens
vinden, bevinden, treffen, aantreffen {ww.}
finde
Ik kon zijn huis niet vinden.
Jeg havde ikke held med at finde hans hus.
Ik kon zijn huis niet vinden.
Jeg havde ikke held med at finde hans hus.
aantreffen, ontmoeten, tegemoet treden, tegenkomen, treffen {ww.}
træffe
møde
gevecht, kamp, slag [m], strijd, treffen, veldslag {zn.}
træfning
slag [o]
slagsmål [o]
kamp


Gerelateerd aan treffen

vinden - bevinden - aantreffen - ontmoeten - tegemoet treden - tegenkomen - gevecht - kamp - slag - strijd - veldslag