Vertaling van waren
Inhoud:
Nederlands
Deens
dolen, dwalen, ronddolen, ronddwalen, waren, zwerven {ww.}
strejfe om
wezen, zijn {ww.}
være
Wil je rijk zijn?
Vil du være rig?
Te zijn of niet te zijn, dat is de kwestie.
At være eller ikke at være, det er spørgsmålet.
waar (mv. waren) {vr. vnw.}
hvor
echt, eigenlijk, heus, waar (mv. waren), waarachtig {bn.}
ægte
egentlig
sand
egentlig
sand
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Deens
Haar wangen waren rood.
Hendes kinder var røde.
Mijn moeder bemerkte dat mijn voeten niet proper waren.
Mor bemærkede at mine fødder ikke var rene.
De enige vingerafdrukken die de politie op de deurknop vond waren die van Tom.
De eneste fingeraftryk politiet fandt på dørhåndtaget, var Toms.