Vertaling van borrel

Inhoud:

Nederlands
Duits
aperitief [o], borrel [m] {zn.}
Aperitif [m] (der ~)
borrelen {ww.}
perlen
sprudeln
prickeln

ik borrel

ich sprud(e)le
» meer vervoegingen van sprudeln

borrelen, koken, op het kookpunt zijn, zieden {ww.}
kochen
wallen
sieden
brausen

ik borrel

ich koche
» meer vervoegingen van kochen

Bob kan koken.
Bob kann kochen.
Ik kan niet koken.
Ich kann nicht kochen.


Gerelateerd aan borrel

aperitief - borrelen - koken - op het kookpunt zijn - zieden