Vertaling van bouwsteen

Inhoud:

Nederlands
Duits
baksteen [o], bouwsteen [m], klinker [m], steen [o], tichel [m], stuk [o] {zn.}
Ziegel [m] (der ~)
Ziegelstein [m] (der ~)
Backstein [m] (der ~)


Gerelateerd aan bouwsteen

baksteen - klinker - steen - tichel - stuk