Vertaling van geacht
Inhoud:
Nederlands
Duits
dierbaar, duur, kostbaar, lief, prijzig, waard, waardevol, geacht {bn.}
hold
lieb
teuer
wert
lieb
teuer
wert
achten, achting hebben voor, achting toedragen, hoogachten {ww.}
ehren
ästimieren
hochachten
schätzen
hochschätzen
achten
ästimieren
hochachten
schätzen
hochschätzen
achten
ik heb geacht
jij hebt geacht
hij/zij/het heeft geacht
ich habe geehrt
du hast geehrt
er/sie/es hat geehrt
» meer vervoegingen van ehren
achten, geloven, van mening zijn, vinden {ww.}
meinen
erachten
befinden
dafür halten
bedünken
erachten
befinden
dafür halten
bedünken
ik heb geacht
jij hebt geacht
hij/zij/het heeft geacht
ich habe gemeint
du hast gemeint
er/sie/es hat gemeint
» meer vervoegingen van meinen
Ik kan mijn ogen niet geloven.
Ich traue meinen Augen nicht.