Vertaling van hoop

Inhoud:

Nederlands
Duits
hoop, uitzicht {zn.}
Hoffnung [v] (die ~)
Zuversicht [v] (die ~)
Hij verliest nooit de hoop.
Er verliert nie die Hoffnung.
Zolang er leven is, is er hoop.
Solange man lebt, solange besteht Hoffnung.
boel [m], drom [m], hoop, massa, menigte, schare, stapel, tas, troep {zn.}
Masse [v] (die ~)
Menge [v] (die ~)
Stapel [m] (der ~)
Haufen [m] (der ~)
drift [v], groep, hoop, kudde, schare, school, set, stel, troep, zwerm, vlucht {zn.}
Schwarm [m] (der ~)
Reihe [v] (die ~)
Sammlung [v] (die ~)
Harst
Anzahl [v] (die ~)
Rotte [v] (die ~)
Rudel [o] (das ~)
Schar [v] (die ~)
hopen {ww.}
hoffen
erhoffen

ik hoop

ich hoffe
» meer vervoegingen van hoffen

Laten we het hopen.
Hoffen wir's mal.
Laten we hopen dat tijden veranderen.
Hoffen wir, dass sich die Zeiten wandeln.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ik hoop van niet.

Ich hoffe nicht.

Hij verliest nooit de hoop.

Er verliert nie die Hoffnung.

Zolang ik adem, hoop ik.

Solange ich atme, hoffe ich.

Kinderen hebben een hoop slaap nodig.

Kinder brauchen viel Schlaf.

Ik hoop dat het u zal bevallen.

Ich hoffe, es wird Ihnen gefallen.

Ik moet morgen een hoop werk doen.

Ich habe morgen viel zu tun.

Ik hoop je snel te zien.

Ich hoffe, dich bald zu sehen.

Zolang er leven is, is er hoop.

Solange man lebt, solange besteht Hoffnung.

Waar er leven is, is er hoop.

Wo es Leben gibt, gibt's auch Hoffnung.

Ik hoop dat zij me helpt.

Ich hoffe, sie wird mir helfen.

Ik hoop ook op zonnig weer in het weekend.

Ich hoffe auch auf sonniges Wetter am Wochenende.

Ik hoop dat we niet al te lang hoeven wachten.

Ich hoffe wir müssen nicht zu lange warten.

Ik hoop dat je naar mijn verjaardagsfeestje zal komen.

Ich hoffe, du kommst zu meiner Geburtstagsfeier.

Ik hoop dat we in contact zullen kunnen blijven.

Ich hoffe, wir schaffen es, in Kontakt zu bleiben.

Ik hoop wel dat je nog een keer komt.

Ich hoffe doch, dass du wieder kommen wirst.


Gerelateerd aan hoop

synoniemen

uitzicht - boel - drom - massa - menigte - schare - stapel - tas - troep - drift - groep - kudde - school - set - stel