Vertaling van stel

Inhoud:

Nederlands

Duits

duo [o], koppel, paar, stel, tweetal {zn.}

Anzahl von zwei

drift [v], groep, hoop, kudde, schare, school, set, stel, troep, zwerm, vlucht {zn.}

Schwarm [m] (der ~)
Reihe [v] (die ~)
Sammlung [v] (die ~)
Harst
Anzahl [v] (die ~)
Rotte [v] (die ~)
Rudel [o] (das ~)
Schar [v] (die ~)

complet [m], ensemble [o], inrichting [v], stel, troep {zn.}

Zusammenspiel [o] (das ~)
Ganzes
Gesamtheit [v] (die ~)
Ensemble [o] (das ~)

complet [o], stelletje [o], set, stel {zn.}

Vollzähligkeit [v] (die ~)

leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen {ww.}

stellen
setzen
stecken
legen

ik stel

Mag ik de tv zachter zetten?

Darf ich den Fernseher leiser stellen?

Mag ik een vraag stellen?

Könnte ich eine Frage stellen?

opmaken, opstellen, redigeren, stellen, stileren {ww.}

stilisieren
redigieren

ik stel

aannemen, menen, stellen, vermoeden, veronderstellen {ww.}

voraussetzen
vermuten

ik stel

Nederlands

Duits

Stel nooit uit tot morgen wat je overmorgen kunt doen.

Was du übermorgen kannst besorgen, das verschiebe nicht auf morgen.

Ik stel mijn reis naar Schotland uit tot het warmer is.

Ich werde meine Reise nach Schottland verschieben, bis es wärmer ist.

Stel u voor dat ge begint te hikken en niet meer kunt ophouden.

Stell dir vor, du bekommst einen Schluckauf und kannst nicht aufhören damit.

Stel dat je een miljoen yen hebt, wat zou je daarmee gaan doen?

Wenn du eine Millionen Yen hättest, was würdest du damit machen?