Vertaling van school

Inhoud:

Nederlands
Duits
school [v], leerschool [v] {zn.}
Schule [v] (die ~)
Dat is mijn school.
Das ist meine Schule.
Ik ga naar school.
Ich gehe zur Schule.
drift [v], groep, hoop, kudde, schare, school, set, stel, troep, zwerm, vlucht {zn.}
Schwarm [m] (der ~)
Reihe [v] (die ~)
Sammlung [v] (die ~)
Harst
Anzahl [v] (die ~)
Rotte [v] (die ~)
Rudel [o] (das ~)
Schar [v] (die ~)
kunstrichting [v], school {zn.}
Schule [v] (die ~)
Waar is de school?
Wo ist die Schule?
Ga naar school.
Geh in die Schule.
bijbrengen, instrueren, leren, scholen {ww.}
lehren
unterweisen
unterrichten
instruieren
belehren

ik school

ich lehre
» meer vervoegingen van lehren

Ik kan je leren vechten.
Ich kann dich das Kämpfen lehren.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Uniformen verschillen van school tot school.

Die Uniformen sind je nach Schule unterschiedlich.

Ga naar school.

Geh in die Schule.

Heb je vandaag school?

Haben Sie heute Unterricht?

Dat is onze school.

Das ist unsere Schule.

Tom ging van school.

Tom hat die Schule abgebrochen.

Waar is je school?

Wo ist deine Schule?

Dat is mijn school.

Das ist meine Schule.

Ik ga naar school.

Ich gehe zur Schule.

Waar is de school?

Wo ist die Schule?

Bob is populair op school.

Bob ist beliebt in der Schule.

Was je toen op school?

Warst du dann in der Schule?

Hoe laat is school uit?

Wann ist der Unterricht vorbei?

Wij moeten naar school gaan.

Wir müssen zur Schule gehen.

Ik vind school niet leuk.

Ich mag die Schule nicht.

Wij leren Engels op school.

Wir lernen Englisch in der Schule.


Gerelateerd aan school

synoniemen

leerschool - drift - groep - hoop - kudde - schare - set - stel - troep - zwerm - vlucht - kunstrichting - bijbrengen - instrueren - leren