Vertaling van kapot

Inhoud:

Nederlands
Duits
defect, kapot, stuk {bn.}
defekt
beschädigt
schadhaft
kaputt
mangelhaft
fehlerhaft
entzwei
defect, gehavend, kaduuk, kapot, stuk {bn.}
beschädigt
kapotgaan, onklaar raken, stukgaan {ww.}
entzweigehen
kaputtgehen
Schaden nehmen
verletzt werden
beschädigt werden
verderben

ik ga kapot
jij gaat kapot
hij/zij/het gaat kapot

ich verderbe
du verdirbst
er/sie/es verdirbt
» meer vervoegingen van verderben



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

De wasmachine is kapot.

Die Waschmaschine ist kaputtgegangen.

Deze klok is kapot.

Diese Uhr ist kaputt.

Deze oude auto gaat constant kapot.

Dieses alte Auto hat ständig Pannen.

Dit is het raam dat kapot gemaakt werd door de jongen.

Hier ist das Fenster, das der Junge kaputt gemacht hat.


Gerelateerd aan kapot

defect - stuk - gehavend - kaduuk - kapotgaan - onklaar raken - stukgaan