Vertaling van kneep

Inhoud:

Nederlands
Duits
kneep {zn.}
Kniff [m] (der ~)
foefje [o], kneep, kunstgreep, streek, stunt, toer, truc {zn.}
Trick
Schlich
Kunstgriff [m] (der ~)
Kniff [m] (der ~)
Kunststück [m] (der ~)
Dat is een oude truc.
Das ist ein alter Trick.
klemmen, nijpen, knijpen, tokkelen {ww.}
zwicken
kneifen

ik kneep
jij kneep
hij/zij/het kneep

ich zwickte
du zwicktest
er/sie/es zwickte
» meer vervoegingen van zwicken



Gerelateerd aan kneep

foefje - kunstgreep - streek - stunt - toer - truc - klemmen - nijpen - knijpen - tokkelen