Vertaling van kunde

Inhoud:

Nederlands
Duits
kennis [v], kunde, medeweten, verstand, weten {zn.}
Wissen [o] (das ~)
Wissenschaft [v] (die ~)
Kenntnis [v] (die ~)
Niemand kan alles weten.
Niemand kann alles wissen.
Weten ze over ons?
Wissen sie von uns?
bekendheid [v], kennis [v], kunde {zn.}
Kenntnis [v] (die ~)
Kenntnisse
Begriff [m] (der ~)


Gerelateerd aan kunde

kennis - medeweten - verstand - weten - bekendheid