Vertaling van oprapen

Inhoud:

Nederlands
Duits
oprapen, plukken, afplukken, tokkelen {ww.}
pflücken

ik zal oprapen
jij zult oprapen
hij/zij/het zal oprapen

ich werde pflücken
du wirst pflücken
er/sie/es wird pflücken
» meer vervoegingen van pflücken

aanvatten, nemen, oprapen, pakken, vatten {ww.}
nehmen
fassen

ik zal oprapen
jij zult oprapen
hij/zij/het zal oprapen

ich werde nehmen
du wirst nehmen
er/sie/es wird nehmen
» meer vervoegingen van nehmen

Jullie moeten bus 5 nemen.
Du solltest die Fünf nehmen.
Zal ik de bus nemen?
Soll ich den Bus nehmen?


Gerelateerd aan oprapen

plukken - afplukken - tokkelen - aanvatten - nemen - pakken - vatten