Vertaling van verschiet
Inhoud:
Nederlands
Duits
doorkijk , perspectief, prospect, verschiet, vooruitzicht {zn.}
Fernsicht
Perspektive
Aussicht
Perspektive
Aussicht
toekomende tijd, toekomst, verschiet {zn.}
Zukunft
Bevorstehende
Zukünftige
Bevorstehende
Zukünftige
Ik heb geen toekomst.
Ich habe keine Zukunft.
Wees alsjeblieft meer voorzichtig in de toekomst.
Bitte pass in Zukunft besser auf.
vallen, afvallen, neervallen, verschieten {ww.}
fallen
stürzen
hinfallen
stürzen
hinfallen
ik verschiet
jij verschiet
hij/zij/het verschiet
ich falle
du fällst
er/sie/es fällt
» meer vervoegingen van fallen
Laat dat glas niet vallen.
Lass das Glas nicht fallen.
Ik ben bang om te vallen.
Ich habe Angst zu fallen.
bleek worden, tanen, verbleken, verschieten {ww.}
verblassen
erblassen
erblassen
ik verschiet
jij verschiet
hij/zij/het verschiet
ich verblasse
du verblasst
er/sie/es verblasst
» meer vervoegingen van verblassen
vaal worden, verkleuren, verschieten {ww.}
entfärben
ik verschiet
jij verschiet
hij/zij/het verschiet
ich entfärbe
du entfärbst
er/sie/es entfärbt
» meer vervoegingen van entfärben