Vertaling van weder

Inhoud:

Nederlands
Duits
weder [o], weer [o], weersomstandigheden {zn.}
Wetter [o] (das ~)
Witterung [v] (die ~)
Hoe is het weer?
Wie ist das Wetter?
Hoe is het weer?
Wie ist das Wetter?
nogmaals, van voren af aan, weder, wederom, weer, alweer {bw.}
abermals
von neuem
wieder
wiederholt
zurück
nogmaals, opnieuw, van voren af aan, wederom, weer, alweer, weder {bw.}
abermalig
abermals
von neuem
wieder


Gerelateerd aan weder

weer - weersomstandigheden - nogmaals - van voren af aan - wederom - alweer - opnieuw