Vertaling van aanrekenen

Inhoud:

Nederlands
Engels
aanrekenen, toedichten, toeschrijven, toerekenen, wijten {ww.}
to attribute 
to ascribe
to hold against
to impute
to blame 

ik zal aanrekenen
jij zult aanrekenen
hij/zij/het zal aanrekenen

I will attribute
you will attribute
he/she/it will attribute
» meer vervoegingen van to attribute

aanrekenen, rekenen tot {ww.}
to reckon
to impute
to include
to count 

ik zal aanrekenen
jij zult aanrekenen
hij/zij/het zal aanrekenen

I will reckon
you will reckon
he/she/it will reckon
» meer vervoegingen van to reckon

aanrekenen {ww.}
to view as
to hold
to take for
to deem

ik zal aanrekenen
jij zult aanrekenen
hij/zij/het zal aanrekenen

I will hold
you will hold
he/she/it will hold
» meer vervoegingen van to hold

verwijten, aanrekenen, aantijgen, imputeren, inwrijven, nadragen, aanwrijven {ww.}
to upbraid
to reproach

ik zal aanrekenen
jij zult aanrekenen
hij/zij/het zal aanrekenen

I will upbraid
you will upbraid
he/she/it will upbraid
» meer vervoegingen van to upbraid



Gerelateerd aan aanrekenen

toedichten - toeschrijven - toerekenen - wijten - rekenen tot - verwijten - aantijgen - imputeren - inwrijven - nadragen - aanwrijvenoordelen - beschuldigen