Vertaling van achter

Inhoud:

Nederlands
Engels
achter, aan de achterkant {bw.}
at the back
back 
achter {vz.}
behind 
abaft 
in back of
achter, aan de achterkant, achteraan, achterin {bw.}
behind 
aback
aft
back 
in back
aan, achter, na, na verloop van, over {vz.}
after 
behind 
past
achterhouden {ww.}
to keep back
to withhold
to hold back

ik houd achter
jij houdt achter

I withhold
you withhold
» meer vervoegingen van to withhold

achterhouden, stilhouden, stilzwijgend voorbijgaan aan, verzwijgen {ww.}
to withhold

ik houd achter
jij houdt achter

I withhold
you withhold
» meer vervoegingen van to withhold

achterblijven, nablijven {ww.}
to straggle
to lag
to stay on
to remain 
to be kept in
to be detained

ik blijf achter
jij blijft achter
hij/zij/het blijft achter

I lag
you lag
he/she/it lags
» meer vervoegingen van to lag

achteraankomen, achterblijven {ww.}
to recede
to lose
to fall back
to fall behind
to drop off

ik blijf achter
jij blijft achter
hij/zij/het blijft achter

I recede
you recede
he/she/it recedes
» meer vervoegingen van to recede

reserveren, achterhouden {ww.}
to reserve

ik houd achter
jij houdt achter

I reserve
you reserve
» meer vervoegingen van to reserve

Wilt u alstublieft een kamer in de buurt van de internationale luchthaven in Toronto reserveren?
Would you please reserve a room near the Toronto international Airport?
achterblijven {ww.}
to lag
to fall back
to fall behind
to dawdle

ik blijf achter
jij blijft achter
hij/zij/het blijft achter

I lag
you lag
he/she/it lags
» meer vervoegingen van to lag

achterblijven {ww.}
to stay

ik blijf achter
jij blijft achter
hij/zij/het blijft achter

I stay
you stay
he/she/it stays
» meer vervoegingen van to stay



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Het uurwerk loopt achter.

The watch is slow.

De klok loopt achter.

The clock is slow.

Niemand komt er achter.

Nobody will know.

Sluit de deur achter je.

Shut the door behind you.

Enkele studenten waren achter gelaten.

A few students were left behind.

Sluit de deur achter je.

Close the door after you.

Hij stond achter de stoel.

He stood behind the chair.

Sluit de deur achter je.

Close the door behind you.

De klok loopt tien minuten achter.

The clock is ten minutes slow.

Mary loopt een jaar achter op school.

Mary is a year behind in school.

Tom verstopte zich achter het gordijn.

Tom hid himself behind the curtain.

Een hond rende achter een kat aan.

A dog was running after a cat.

Kom, we verstoppen ons achter het gordijn.

Let's hide behind the curtain.

Hij verborg zich achter de deur.

He hid behind the door.

De stal is net achter de boerderij.

The stable is right behind the farm house.