Vertaling van apparaat

Inhoud:

Nederlands
Engels
apparaat [o], hulpmiddel (het ~), toestel {zn.}
set 
gear
appliance
device
apparatus 
Hij bracht ons TV-toestel naar de kelder.
He brought our TV set down to the cellar.
toestel [o] (het ~), apparaat [o] (het ~) {zn.}
setup
apparatus


Gerelateerd aan apparaat

hulpmiddel - toestelmiddel - voorwerp - toetsenbord - mechanisme - onderdeel