Vertaling van bezitten

Inhoud:

Nederlands
Engels
bezitten, erop nahouden, rijk zijn {ww.}
to own 
to possess 

wij bezitten
jullie bezitten
zij bezitten

we own
you own
they own
» meer vervoegingen van to own

Ieren migreerden naar Amerika om land te bezitten.
Irish people migrated to America to have their own property.
bezitten, tellen, kennen {ww.}
to have
to own
to possess

wij bezitten
jullie bezitten
zij bezitten

we have
you have
they have
» meer vervoegingen van to have

Jullie kennen de uitdrukking, dat we oogsten wat we zaaien. Ik heb de wind gezaaid en hier is mijn storm.
You know the phrase, we harvest, that which we sow. I have sown the wind and this is my storm.


Gerelateerd aan bezitten

erop nahouden - rijk zijn - tellen - kennenhebben