Vertaling van billijk

Inhoud:

Nederlands

Engels

billijk {bn.}

reasonable

billijk, fair, rechtvaardig {bn.}

fair
just
righteous
equitable
legitmate

billijk, redelijk {bn.}

reasonable

billijk, redelijk {bn.}

reasonable

billijk, raisonnabel, schappelijk, verdedigbaar, redelijk {bn.}

bonnie
bonny
comely
fair
sightly

billijken, in het gelijk stellen, rechtvaardigen {ww.}

to vindicate
to justify
to validate
to excuse

ik billijk

beamen, billijken, goedkeuren, toestemmen {ww.}

to authorize
to sanction
to countenance
to endorse
to approve

ik billijk

rechtvaardigen, billijken, goedpraten, justifiëren, justificeren, rechtigen, vergoelijken, verantwoorden, wettigen {ww.}

to answer for
to account

ik billijk