Vertaling van epistel

Inhoud:

Nederlands
Engels
epistel [m] (de/het ~) {zn.}
epistle
brief [m], epistel [o], zendbrief {zn.}
letter 
epistle
Hij schreef een brief.
He wrote a letter.
Ik schrijf een brief.
I write a letter.
brief [m], epistel [o], missive [v], schrijven [o] {zn.}
letter 
Ik moet een brief schrijven.
I have to write a letter.
Moet ik een brief schrijven?
Do I have to write a letter?


Gerelateerd aan epistel

brief - zendbrief - missive - schrijvenschriftuur