Vertaling van fuif

Inhoud:

Nederlands
Engels
feest [o], festiviteit [v], fuif [v], partij [v] {zn.}
party 
fiesta
festivity
feastday
feast
festival 
celebration
We hebben een feest volgende zaterdag.
We're having a party next Saturday.
Het feest eindigde om negen uur.
The party ended at nine.
fuif [m] (de ~) {zn.}
brawl
do
bash
fuiven, vieren, feestvieren {ww.}
to celebrate 

ik fuif

I celebrate
» meer vervoegingen van to celebrate

Op 14 februari vieren Amerikanen Valentijnsdag.
On February 14th, Americans celebrate Valentine's Day.
Enkele jaren later werd in plaats van "De Internationale Taal van doctor Esperanto" gewoonlijk de korte naam "Esperanto" gebruikt. Op deze dag vieren we dus in de hele…
After a few years in place of "The international language of Dr. Esperanto" the short name "Esperanto" came into use. Therefore on this day we celebrate all over the…
trakteren, vergasten, fuiven, onthalen {ww.}
to treat
to regale

ik fuif

I treat
» meer vervoegingen van to treat

feestvieren, feesten, fuiven, rollen {ww.}
to fete
to celebrate

ik fuif

I celebrate
» meer vervoegingen van to celebrate



Gerelateerd aan fuif

feest - festiviteit - partij - fuiven - vieren - feestvieren - trakteren - vergasten - onthalen - feesten - rollenparty - uitdelen - amuseren