Vertaling van gehaast

Inhoud:

Nederlands
Engels
gehaast, haastig, inderhaast {bw.}
hastily 
hurriedly
in a hurry
gehaast, haastig {bn.}
hurried 
hasty
gehaast, gejakker {zn.}
hurry
rushing
rush
haste
Vindt ge het niet raar dat ze zo gehaast was?
Don't you think it odd that she was in such a hurry?
haasten, versnellen {ww.}
to speed up
to quicken 
to expedite
to hasten
to accelerate 

ik heb gehaast
jij hebt gehaast
hij/zij/het heeft gehaast

I have quickened
you have quickened
he/she/it has quickened
» meer vervoegingen van to quicken

dringen, haasten, jachten, tot haast aanzetten, urgent zijn {ww.}
to hurry 
to urge
to press 

ik heb gehaast
jij hebt gehaast
hij/zij/het heeft gehaast

I have hurried
you have hurried
he/she/it has hurried
» meer vervoegingen van to hurry

Laten we ons haasten.
Let's hurry.
Ik heb er een hekel aan om 's morgens te moeten haasten.
I detest having to hurry in the morning.
haastig, gehaast, haastje-repje, jachtig, schielijk, opgejaagd {bn.}
feverish
hectic
haasten, jachten, voortjagen, voortmaken, jagen, opschieten, vlotten {ww.}
to hurry
to rush
to look sharp
to hasten
to festinate

ik heb gehaast
jij hebt gehaast
hij/zij/het heeft gehaast

I have hurried
you have hurried
he/she/it has hurried
» meer vervoegingen van to hurry

Laten we opschieten om de bus te halen.
Let's hurry so we can catch the bus.
Je kan maar beter opschieten, of je mist de trein.
You'd better hurry, or you'll miss the train.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Vindt ge het niet raar dat ze zo gehaast was?

Don't you think it odd that she was in such a hurry?

We hebben ons gehaast om niet te laat te zijn op het concert.

We hurried so as not to be late for the concert.