Vertaling van jachten

Inhoud:

Nederlands
Engels
haast hebben, jachten, jagen, zich haasten, zich voorthaasten {ww.}
to hasten
to hurry 

wij jachten
jullie jachten
zij jachten

we hasten
you hasten
they hasten
» meer vervoegingen van to hasten

dringen, haasten, jachten, tot haast aanzetten, urgent zijn {ww.}
to hurry 
to urge
to press 

wij jachten
jullie jachten
zij jachten

we hurry
you hurry
they hurry
» meer vervoegingen van to hurry

Laten we ons haasten.
Let's hurry.
Ik heb er een hekel aan om 's morgens te moeten haasten.
I detest having to hurry in the morning.
jacht (mv. jachten) {zn.}
yacht
Je mag mijn jacht gebruiken.
You are welcome to the use of my yacht.
Ik was enkele dagen geleden op vakantie aan zee en lag op een jacht te zonnebaden.
A few days ago, I was on holiday by the sea, sunbathing on a yacht.
jacht (mv. jachten) {zn.}
hunting
jacht (mv. jachten) {zn.}
hunt 
Ik was op jacht naar vlinders.
I was on the hunt for butterflies.
"Dima?!" Al-Sayib was zo verbijsterd, dat hij zijn Fanta op zijn computer liet vallen en daarmee zijn jacht op noobs ruïneerde. "Dima?! Ben jij dat echt?!"
"Dima?!" Al-Sayib was so shocked that he dropped his Fanta on his computer, thereby ruining his noob hunt. "Dima?! Is that really you?!"
haasten, jachten, voortjagen, voortmaken, jagen, opschieten, vlotten {ww.}
to hurry
to rush
to look sharp
to hasten
to festinate

wij jachten
jullie jachten
zij jachten

we hurry
you hurry
they hurry
» meer vervoegingen van to hurry

Laten we opschieten om de bus te halen.
Let's hurry so we can catch the bus.
Je kan maar beter opschieten, of je mist de trein.
You'd better hurry, or you'll miss the train.
jacht [o] (het ~), plezierjacht [o] (het ~) {zn.}
yacht
racing yacht
jacht (mv. jachten) {zn.}
wild-goose chase
jachttijd, jacht (mv. jachten) {zn.}
hunting season
jacht (mv. jachten) [m] (de ~), weidspel, weispel, jachtpartij {zn.}
hunt
hunting
jacht (mv. jachten) {zn.}
chase
following
pursual
pursuit