Vertaling van inlopen

Inhoud:

Nederlands
Engels
inlopen {ww.}
to run into
to knock against
to butt against
to jar against
to bump into
inlopen {ww.}
to pull ahead
to win
to make headway
to get ahead
to gain ground
to gain
to advance

ik zal inlopen
jij zult inlopen
hij/zij/het zal inlopen

I will win
you will win
he/she/it will win
» meer vervoegingen van to win

inhalen, achteropkomen, achteroplopen, inlopen {ww.}
to address
to come up to
to accost

ik zal inlopen
jij zult inlopen
hij/zij/het zal inlopen

I will address
you will address
he/she/it will address
» meer vervoegingen van to address

inslijten, inlopen, uitslijten {ww.}
to wear off
to wear away


Gerelateerd aan inlopen

inhalen - achteropkomen - achteroplopen - inslijten - uitslijtengaan - genaken - bereiken - afslijten