Vertaling van kakelen

Inhoud:

Nederlands
Engels
kakelen, klokken {ww.}
to cluck

wij kakelen
jullie kakelen
zij kakelen

we cluck
you cluck
they cluck
» meer vervoegingen van to cluck

kakelen, kokkelen {ww.}
to cackle

wij kakelen
jullie kakelen
zij kakelen

we cackle
you cackle
they cackle
» meer vervoegingen van to cackle

babbelen, kakelen, keuvelen, klessebessen, kletsmeieren, kouten, kwebbelen, kwekkebekken, kwetteren, ratelen, rellen, snateren, snappen, parlevinken, tateren, kleppen, kwekken, kletsen {ww.}
to twaddle
to tattle
to tittle-tattle
to prate
to prattle
to palaver
to piffle
to gibber
to maunder
to gabble
to clack
to chatter
to blabber
to blab

wij kakelen
jullie kakelen
zij kakelen

we twaddle
you twaddle
they twaddle
» meer vervoegingen van to twaddle