Vertaling van snateren

Inhoud:

Nederlands
Engels
bomen, ratelen, snateren {ww.}
to have a good long talk
snateren {ww.}
to twaddle
to tattle
to tittle-tattle
to prate
to prattle
to palaver
to piffle
to gibber
to maunder
to gabble
to clack
to chatter
to blabber
to blab

wij snateren
jullie snateren
zij snateren

we twaddle
you twaddle
they twaddle
» meer vervoegingen van to twaddle

kletsen, lullen, meieren, ouwehoeren, snateren, wauwelen, zemelen {ww.}
to waffle 
babbelen, kakelen, keuvelen, klessebessen, kletsmeieren, kouten, kwebbelen, kwekkebekken, kwetteren, ratelen, rellen, snateren, snappen, parlevinken, tateren, kleppen, kwekken, kletsen {ww.}
to twaddle
to tattle
to tittle-tattle
to prate
to prattle
to palaver
to piffle
to gibber
to maunder
to gabble
to clack
to chatter
to blabber
to blab

wij snateren
jullie snateren
zij snateren

we twaddle
you twaddle
they twaddle
» meer vervoegingen van to twaddle



Gerelateerd aan snateren

bomen - ratelen - kletsen - lullen - meieren - ouwehoeren - wauwelen - zemelen - babbelen - kakelen - keuvelen - klessebessen - kletsmeieren - kouten - kwebbelenkwaken