Vertaling van kijk

Inhoud:

Nederlands
Engels
hier, hierzo, kijk, ziedaar, ziezo, alsjeblieft, alstublieft {bw.}
behold 
here are
here is
look 
here you are
now 
blik [m], aanblik [m], kijk {zn.}
look 
gaze 
Kijk niet terug.
Don't look back.
Kijk naar hem.
Look at him.
blikken, kijken, bekijken, kijken naar, schouwen, toekijken, toezien {ww.}
to watch 
to see 
to view 
to look 
to consider 
to regard 
to deem

ik kijk

I watch
» meer vervoegingen van to watch

Laten we TV kijken.
Let's watch TV.
Ik zou graag tv kijken.
I'd like to watch TV.
gluren, kijken {ww.}
to peep
to peek

ik kijk

I peep
» meer vervoegingen van to peep

visie [v] (de ~), beschouwing [v] (de ~), blik [m] (de ~), kijk [m] (de ~), zienswijs, zienswijze [m] (de ~) {zn.}
viewpoint
stand
standpoint
point of view
blikken, loeken, kijken {ww.}
to look

ik kijk

I look
» meer vervoegingen van to look

Ik kan niet naar deze foto kijken zonder herinnerd te worden aan mijn schooltijd.
I cannot look at this photo without being reminded of my school days.
beschouwen, bezien, kijken, bekijken {ww.}
to regard
to consider

ik kijk

I regard
» meer vervoegingen van to regard

Laten we eens kijken wat er kan gebeuren in het ergste geval.
Let's consider the worst that could happen.
Men zegt dat Amerikanen de hoeveelheid geld die iemand verdient beschouwen als een maatstaf van wat hij kan.
Americans are said to regard the amount of money a man makes as a criterion of his ability.
eruitzien, zien, kijken, tonen, ogen {ww.}
to look
to seem
to appear

ik kijk

I look
» meer vervoegingen van to look

Moet je die rook zien.
Look at that smoke.
Moet je dat hoge gebouw zien.
Look at that tall building.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Kijk uit!

Watch out!

Kijk eens naar dit.

Take a look at this.

Ik kijk tv.

I watch television.

Kijk niet terug.

Don't look back.

Ik kijk geen TV.

I don't watch TV.

Kijk naar hem.

Look at him.

Kijk me aan.

Look at me.

Waarnaar kijk je?

What are you looking at?

Kijk naar dat gebouw.

Look at that building.

Kijk naar die grote hond.

Look at that big dog.

Hé, kijk, een driekoppige aap!

Hey, look, a three-headed monkey!

Kijk niet zo naar me.

Don't look at me that way.

Kijk uit!

Watch out! (or: be alert!)

Ik kijk uit naar de zomervakantie.

I look forward to the summer vacation.

Kijk naar de landkaart op pagina 25.

Look at the map on page 25.


Gerelateerd aan kijk

hier - hierzo - ziedaar - ziezo - alsjeblieft - alstublieft - blik - aanblik - blikken - kijken - bekijken - kijken naar - schouwen - toekijken - toezienmening - zien - blikken - zijn