Vertaling van oorlog

Inhoud:

Nederlands
Engels
krijg, oorlog {zn.}
war 
Wie houdt van oorlog?
Who loves war?
Oorlog gaat ons allen aan.
War concerns us all.
oorlog [m] (de ~), krijg [m] (de ~) {zn.}
war
warfare
Hij wilde geen oorlog.
He did not want war.
De oorlog duurde twee jaar.
The war lasted two years.
oorlogvoeren, strijden {ww.}
to make war
to war 
to wage war

ik voer oorlog
jij voert oorlog
hij/zij/het voert oorlog

I war
you war
he/she/it wars
» meer vervoegingen van to war



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Hij wilde geen oorlog.

He did not want war.

Wie houdt van oorlog?

Who loves war?

Wat denken jullie van oorlog?

What do you think of war?

De oorlog duurde twee jaar.

The war lasted two years.

Niemand wordt gelukkig van oorlog.

War doesn't make anybody happy.

Frankrijk voerde oorlog met Rusland.

France was at war with Russia.

Niets is slechter dan oorlog.

Nothing is worse than war.

Oorlog gaat ons allen aan.

War concerns us all.

In liefde en oorlog is alles geoorloofd.

All is fair in love and war.

Iran heeft Amerika de oorlog verklaard.

Iran proclaimed war against the US.

Ik ben tegen ieder soort oorlog.

I'm opposed to any type of war.

Voor de oorlog ging ik naar Europa.

I went to Europe before the war.

Alle beschaafde landen zijn tegen oorlog.

All civilized countries are against war.

Mars is de god van de oorlog.

Mars is the god of war.

De oorlog is in wezen voorbij.

The war is essentially over.


Gerelateerd aan oorlog

krijg - oorlogvoeren - strijden