Vertaling van oprukken

Inhoud:

Nederlands
Engels
avanceren, in rang opklimmen, overgaan, oprukken, promotie maken {ww.}
to be promoted
to advance 

ik zal oprukken
jij zult oprukken
hij/zij/het zal oprukken

I will advance
you will advance
he/she/it will advance
» meer vervoegingen van to advance

oprukken {ww.}
to throw out
to advance

ik zal oprukken
jij zult oprukken
hij/zij/het zal oprukken

I will advance
you will advance
he/she/it will advance
» meer vervoegingen van to advance

afnokken, aftaaien, moven, nokken, opdonderen, opduvelen, opflikkeren, ophoepelen, opkramen, opkrassen, oplazeren, opmieteren, oprotten, oprukken, opsodemieteren, vertrekken, wegwezen, gaan, heengaan, weggaan, opstappen, opbreken {ww.}
to leave
to go forth
to go away

ik zal oprukken
jij zult oprukken
hij/zij/het zal oprukken

I will leave
you will leave
he/she/it will leave
» meer vervoegingen van to leave

Laten we weggaan.
Let's leave.
We gaan morgen vertrekken.
We are going to leave tomorrow.