Vertaling van spellen

Inhoud:

Nederlands
Engels
spellen {ww.}
to spell 

wij spellen
jullie spellen
zij spellen

we spell
you spell
they spell
» meer vervoegingen van to spell

Kunt u dat alstublieft spellen?
Could you spell it please?
spellen {ww.}
to spell out
to syllabicate
spellen, schrijven {ww.}
to write
to spell

wij spellen
jullie spellen
zij spellen

we write
you write
they write
» meer vervoegingen van to write

Ze kan niet lezen of schrijven.
She cannot write or read.
Moet ik een brief schrijven?
Do I have to write a letter?
spellen {ww.}
to peruse

wij spellen
jullie spellen
zij spellen

we peruse
you peruse
they peruse
» meer vervoegingen van to peruse

spel (mv. spellen) {zn.}
game 
performance 
Het spel werd spannend.
The game became exciting.
Laat het spel beginnen!
Now let's begin the game.
partij [v] (de ~), spel (mv. spellen) {zn.}
game
Ik hou van dit spel.
I love this game.
Hij speelt een gevaarlijk spel.
He's playing a dangerous game.
baseball [o] (het ~), spel (mv. spellen) [o] (het ~) {zn.}
baseball
baseball game
We keken een baseball wedstrijd op televisie.
We watched a baseball game on television.
Heb je gister baseball gespeeld?
Did you play baseball yesterday?
spel (mv. spellen) [o] (het ~) {zn.}
playing
performing
playacting
acting
Hij staat erop nog een spel te spelen.
He insists on playing another game.
spel (mv. spellen) [o] (het ~) {zn.}
game
spel (mv. spellen) [o] (het ~) {zn.}
playing
toneelstuk [o] (het ~), stuk [o] (het ~), theaterstuk [o] (het ~), toneelspel [o] (het ~), spel (mv. spellen), drama [o] (het ~) {zn.}
drama
dramatic play
play


Gerelateerd aan spellen

schrijven - spel - partij - baseball - toneelstuk - stuk - theaterstuk - toneelspel - dramaweergeven - lezen - wedstrijd - techniek - bezigheid - werk - bedrijf - toneel