Vertaling van struikelen

Inhoud:

Nederlands
Engels
struikelen {ww.}
to stagger
to stumble 
struikelen {ww.}
to tumble
to topple

wij struikelen
jullie struikelen
zij struikelen

we tumble
you tumble
they tumble
» meer vervoegingen van to tumble

struikelen {ww.}
to stumble
to trip up
to slip up
struikelen, uitglijden {ww.}
to stumble
to trip up
to slip up


Gerelateerd aan struikelen

uitglijdenvallen - overtreden - feilen