Vertaling van verbond

Inhoud:

Nederlands
Engels
verbond {zn.}
interconnection
liaison 
covenant
alliantie [v], bondgenootschap [o], verbond {zn.}
covenant
alliance
verbond [o] (het ~) {zn.}
union
trades union
labor union
trade union
brotherhood
bond [m], liga, verbond, link {zn.}
bond 
linkage
link 
league
connection 
"Daarin zou ik er als een echte James Bond uitzien," zei Dima tegen zichzelf, en ging toen de winkel binnen.
"I'd look like a real James Bond in that," Dima said to himself, then entered the store.
wilsbeschikking [v], testament, uiterste wil, verbond {zn.}
will 
testament 
Hij stierf zonder een testament opgesteld te hebben.
He died without having made a will.
verbond [o] (het ~), liga [m] (de ~), unie [v] (de ~) {zn.}
league
verbinden {ww.}
to joint 

ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond

I jointed
you jointed
he/she/it jointed
» meer vervoegingen van to joint

associëren, verbinden {ww.}
to associate 

ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond

I associated
you associated
he/she/it associated
» meer vervoegingen van to associate

We associëren zwart vaak met de dood.
We often associate black with death.
verbinden, zwachtelen, inzwachtelen, omzwachtelen {ww.}
to bandage

ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond

I bandaged
you bandaged
he/she/it bandaged
» meer vervoegingen van to bandage

combineren, samenvoegen, verbinden {ww.}
to combine
to amalgamate

ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond

I combined
you combined
he/she/it combined
» meer vervoegingen van to combine

aansluiten, verbinden {ww.}
to connect 
to connect up
to plug in
to assemble 

ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond

I connected
you connected
he/she/it connected
» meer vervoegingen van to connect

aan elkaar vastmaken, verbinden {ww.}
to connect 
to join 
to interconnect
to liaise

ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond

I connected
you connected
he/she/it connected
» meer vervoegingen van to connect

bijeenbinden, samenbinden, verbinden {ww.}
to connect 
to join 

ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond

I connected
you connected
he/she/it connected
» meer vervoegingen van to connect

tot een alliantie smeden, verbinden {ww.}
to align
to ally

ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond

I aligned
you aligned
he/she/it aligned
» meer vervoegingen van to align

aansluiten, binden, vastbinden, vastmaken, verbinden {ww.}
to bind 
to connect 
to join 
to tie 
to tie up
to associate 
to fasten
to link 

ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond

I bound
you bound
he/she/it bound
» meer vervoegingen van to bind