Vertaling van vervoer

Inhoud:

Nederlands
Engels
vervoer [o] (het ~), transport [o] (het ~) {zn.}
transportation
transport
transfer
transferral
conveyance
afvoer [m], transport, vervoer {zn.}
carrying forward
transport 
overbrengen, transporteren, voeren, vervoeren {ww.}
to ship 
to transport 

ik vervoer

I ship
» meer vervoegingen van to ship

chaufferen, rijden, vervoeren {ww.}
to drive 

ik vervoer

I drive
» meer vervoegingen van to drive

Ik wil niet rijden.
I don't want to drive.
Laten we naar het meer rijden.
Let's drive to the lake.
vervoermiddel [o] (het ~), transportmiddel [o] (het ~), vervoer {zn.}
transport
conveyance
Geachte passagiers! Indien u het vervoermiddel betreedt zonder in het bezit te zijn van een geldig abonnement, stempel dan uw plaatsbewijs af vóór de volgende halte.
Dear passengers! If you get on a means of transport and don’t have a season ticket, punch a one-time ticket without waiting for the next station.
vervoeren, transporteren {ww.}
to transport
to carry

ik vervoer

I transport
» meer vervoegingen van to transport