Vertaling van één

Inhoud:

Nederlands
Engels
een, één {telw.}
one
n [m] (de ~), tweepoot {zn.}
n
newton
Het Esperanto-alfabet bevat achtentwintig letters: a, b, c, ĉ, d, e, f, g, ĝ, h, ĥ, i, j, ĵ, k, l, m, n, o, p, r, s, ŝ, t, u, ŭ, v, z.
Esperanto alphabet has 28 letters: a, b, c, ĉ, d, e, f, g, ĝ, h, ĥ, i, j, ĵ, k, l, m, n, o, p, r, s, ŝ, t, u, ŭ, v, z.
Het Esperanto-alfabet bevat achtentwintig letters: a, b, c, ĉ, d, e, f, g, ĝ, h, ĥ, i, j, ĵ, k, l, m, n, o, p, r, s, ŝ, t, u, ŭ, v, z.
The Esperanto alphabet consists of 28 letters: a, b, c, ĉ, d, e, f, g, ĝ, h, ĥ, i, j, ĵ, k, l, m, n, o, p, r, s, ŝ, t, u, ŭ, v, z.
n {zn.}
n
newton


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik heb één zus.

I have one sister.

Hij had één dochter.

He had one daughter.

Kies één van deze prijzen.

Choose one from among these prizes.

Ik heb één zak gekocht.

I purchased one bag.

Laten we er één nemen.

Let's get one.

Er is maar één alternatief.

There is but one alternative.

Laat het me één keer zeggen.

Let me say this just once.

"In één nacht," voegde Dima eraan to.

"In one night," Dima added.

Eén voor allen, allen voor één.

One for all, all for one.

Hij eet aan één stuk door.

He eats non-stop.

Het is allemaal één groot misverstand.

It's all just a big misunderstanding.

Ik heb één broer en twee zussen.

I've got one brother and two sisters.

Je moet me alleen één ding beloven.

You just have to promise me one thing.

De rijbaan werd gereduceerd tot één rijstrook.

The carriageway was reduced to one lane.

Niet één van de telefoons werkt.

None of the telephones are working.


Gerelateerd aan één

synoniemen

een - n - tweepoot

verwante termen

letter - teken