Vertaling van één keer

Inhoud:

Nederlands
Spaans
eenmaal, eens, één keer {bw.}
una vez
omkeren {ww.}
invertir

ik keer om

yo invierto
» meer vervoegingen van invertir

terugkeren, terugkomen, wederkeren, wederkomen, weeromkomen {ww.}
volver
regresar

ik keer terug

yo vuelvo
» meer vervoegingen van volver

Ik zou graag dit dorp verlaten en nooit meer terugkeren.
Me gustaría dejar esta ciudad para no volver nunca.
kantelen, omgooien, omkeren, omvergooien, ten val brengen {ww.}
derribar
tumbar
poner al revés
volcar
invertir

ik keer om

yo derribo
» meer vervoegingen van derribar

teruggaan, terugkeren, teruglopen, terugtrekken, weer gaan {ww.}
volver

ik keer terug

yo vuelvo
» meer vervoegingen van volver

draaien, keren, omdraaien, ronddraaien, wenden, wentelen, zwenken {ww.}
voltear
hacer dar vueltas
hacer girar
volver

ik keer

yo volteo
» meer vervoegingen van voltear

afdraaien, afkeren, pareren {ww.}
cambiar de dirección
desviar

ik keer af

yo desvío
» meer vervoegingen van desviar

aanhouden, keren, stilleggen, stilzetten, stoppen, stuiten {ww.}
parar

ik keer

yo paro
» meer vervoegingen van parar

Ik kon niet stoppen met lachen.
No podía parar de reír.
betalen, dokken, storten, uitbetalen, uitkeren, voldoen {ww.}
pagar

ik keer uit

yo pago
» meer vervoegingen van pagar

Ze moeten vooraf betalen.
Deben pagar por adelantado.
Ik zou met baar geld willen betalen.
Quisiera pagar en efectivo.
keren {ww.}
volver del revés

ik keer

omdraaien, omkeren, ronddraaien, zich omkeren {ww.}
volverse
dirigirse
girar
dar vueltas

ik keer om

yo giro
» meer vervoegingen van girar



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Laat het me één keer zeggen.

Deja que lo diga solo una vez.

Ik zwem één keer per week.

Yo nado una vez a la semana.

Helaas ben ik maar één keer per jaar jarig.

Por desgracia, mi cumpleaños sólo ocurre una vez al año.